DNA en verwantschap begrijpen – zo gebruik je gedeelde matches en clusters

Vervolg op de blogs over DNA-clustering (6 apr 2025) en cM-tabellen (30 mei 2025)

In mijn vorige blogs liet ik zien hoe je met DNA-clusters onverwachte voorouders kunt ontdekken, zoals bij mijn Ierse betovergrootmoeder Mary, en hoe je met centimorgan-tabellen kunt bepalen welke verwantschap je waarschijnlijk hebt met een DNA-match. Maar wat als je meerdere DNA-matches hebt die allemaal onbekend zijn — en je wilt weten hoe ze bij elkaar horen? Dan komen gedeelde matches en DNA-clusters echt van pas.

Wat zijn gedeelde matches?

Een gedeelde match (in het Engels shared match) is iemand die DNA deelt met zowel jou als met een van jouw DNA-matches. Klinkt technisch, maar is eigenlijk best logisch:

  • Jij hebt een DNA-match met Jan (bijv. 230 cM)
  • Jan heeft ook een match met Anna (bijv. 210 cM)
  • En jij hebt óók een match met Anna (bijv. 240 cM)

Dan is de kans groot dat jullie alledrie verwant zijn via dezelfde voorouder of familietak. Zulke gedeelde matches vormen samen een cluster — en dat is bijzonder waardevol bij genealogisch onderzoek, zeker als je nog niet weet hoe deze mensen precies in je stamboom passen.

Hoe DNA-clusters je helpen

In een eerdere blog beschreef ik hoe bedrijven zoals MyHeritage en AncestryDNA automatisch DNA-clusters maken: groepen van mensen die niet alleen met jou, maar ook met elkaar DNA delen. Deze clusters wijzen vaak op een gedeelde voorouder of familietak. Bijvoorbeeld:

  • Eén cluster kan horen bij je grootmoeders moederslijn
  • Een ander bij je vaders kant uit Friesland
  • Een derde cluster kan ineens wijzen op een onbekende biologische overgrootouder

Door deze groepen te vergelijken met je stamboom, kun je verbanden leggen tussen DNA-matches en specifieke lijnen in je familie. Dat was bijvoorbeeld het geval bij het DNA-cluster dat leidde naar de familie van Patrick John Dineen en Mary Walsh in Ierland, verwanten van mijn betovergrootmoeder Mary.

Gebruik van centimorgan-tabellen bij het inschatten van verwantschap

De tabellen met gedeeld DNA in centimorgan (cM) zijn ontzettend nuttig wanneer je matches probeert te interpreteren. Elke verwantschap (zoals achterneef, oudoom, of 3e nicht) heeft een bepaald bereik aan gedeeld cM. Door het aantal cM dat jij deelt met een match te vergelijken met deze tabellen, kun je inschatten welke verwantschappen waarschijnlijk zijn — en welke juist minder voor de hand liggen.

Dat helpt enorm bij het maken van keuzes in je onderzoek. Je hoeft dan niet meer elke denkbare relatie open te houden, maar kunt gericht verder met de meest waarschijnlijke scenario’s. Zeker in clusters waar veel mensen met elkaar verwant lijken, biedt dit houvast.

Twee mogelijke achternamen voor Mary: zus of tante?

Voor mijn Ierse voorouder Mary, de vrouw van Daniel Shaughnessy, heb ik de gedeelde matches en hun cM-waarden nogmaals zorgvuldig geanalyseerd. Door te kijken naar hoe mijn familieleden DNA delen met verschillende personen in het betreffende cluster — én hoe deze personen onderling weer met elkaar matchen — bleven er uiteindelijk twee realistische mogelijkheden over voor Mary’s identiteit:

  1. Ze zou een zus kunnen zijn van Patrick John Dineen
  2. Of een tante van Patrick John Dineen — bijvoorbeeld een zus van zijn vader

Beide scenario’s passen qua tijdlijn én qua gedeeld DNA binnen het verwachte bereik voor deze mate van verwantschap. Daarom houd ik voorlopig beide opties open, totdat aanvullend bewijs (zoals archieven of nieuwe matches) meer duidelijkheid geeft.

Maar wat al zeker is: Mary heeft een achternaam gekregen, Mary Dineen. En dat is een belangrijke stap, want tot voor kort was zij een naamloos puzzelstukje in de familiegeschiedenis. Dankzij DNA-clustering en het gebruik van cM-tabellen krijgt ze nu langzaam maar zeker haar plek — én haar verhaal.

Conclusie

Door gedeelde matches te combineren met DNA-clusters en centimorgan-tabellen, wordt het makkelijker om verbanden te leggen tussen DNA-matches en mogelijke voorouders. Je kunt beter inschatten hoe mensen met elkaar verwant zijn, én gerichter kiezen welke hypothesen je verder onderzoekt.

Voor mijn onderzoek naar Mary leverde dit concreet twee nieuwe scenario’s op, én een bijna vergeten vrouw die nu eindelijk met naam genoemd kan worden.

Wil je ook leren hoe je DNA-clusters en cM-tabellen toepast op jouw familieonderzoek? Of wil je meedenken over mijn Ierse vondst? Stuur gerust een bericht via papavan.nl of mail naar info@papavan.nl — ik help je graag verder!


Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *